(ver)vorm(ing) van onze wereld

Zwart Wit, het lijken onze trend kleuren tegenwoordig… als we onze taalmode zouden mogen geloven. Nochtans is het zomer en hebben we net de lente gehad. De seizoenen vol met kleuren.

De woorden die we gebruiken in het dagelijks leven en die ik, jij en anderen gebruiken, beïnvloeden onze kijk op en ervaring van onze wereld. Ze vertegenwoordigen en impacteren hoe we onze wereld ervaren. We proberen gedachten, ideeën vast te leggen en te beschrijven met woorden wat we rondom ons zien. Onvermijdelijk gaan er zo woorden verloren in de vertaling.

We verliezen informatie door “veralgemeningen”, “verwijdering” van informatie en “cognitieve vervorming”. Vervorming is waar sommige aspecten of ideeën en ervaringen meer gewicht en focus krijgen dan anderen.

We doen het allemaal zowel bewust als onbewust, en hoe we dit doen geeft aan wat onze onderliggende overtuigingen over onszelf, anderen en de wereld zijn.

TOP 5 van vervormingen:

  1. Alles of niets denken: zwart-wit kijken, juist-of-onjuist met niets er tussenin. In essentie: als ik niet perfect ben dan faal ik.
  • Ik heb die opdracht niet beëindigd dus was het in totaal verlies van tijd.
  • Het heeft geen nut dit te doen als ik niet 100% in vorm ben.
  • Mijn gewicht gaat niet naar beneden, de aanpassingen die ik doe werken totaal niet!

2. Oververalgemening: gebruik maken van woorden zoals altijd, nooit in relatie tot een éénmalig voorval of ervaring

  • Ik zal mijn doel nooit halen.                                        
  • Hij doet dat altijd…

3. Minimaliseren of Uitvergroten  (Ook catastroferen) :  Dingen zien als dramatisch meer of minder belangrijk dan ze werkelijk zijn. Vaak een “catastrofe” creëren die volgt.

  • Omdat mijn baas haar publiekelijk bedankte, zal zij die promotie krijgen, ik niet (ook al had ik een fantastische evaluatie en heb ik net een industrieprijs gewonnen).
  • Ik heb gezondigd! Dat betekent dat ik mezelf niet meer kan vertrouwen, ik zal er niet in slagen om mijn streefdoel te halen en mijn vriend zal me verlaten.

4. “Moeten”: Gebruikmaken van “moeten’, “zou moeten”, om onszelf te motiveren, en ons dan schuldig voelen wanneer we er niet aan voldoen (of kwaad zijn en wrok voelen wanneer iemand niet voldoet).

  • Ik ga moeten verven die weekend.              
  • Zij hadden rekening moeten houden met mijn gevoelens, zij zouden moeten weten dat me dat kwetst.

5. Etikettering: Een negatief etiket geven aan jezelf of anderen volgend op een éénmalig voorval.

  • Ik verzette mezelf niet tegen die collega, ik ben zo’n watje!            
  • Wat een idioot, hij zag het niet eens aankomen!

Herken jij vervormingen die je in gesprekken met anderen en jezelf gebruikt?

Geef een reactie